Menno Simons

Gysbert Japicx

Pim Mulier

Gysbert Japicx

Gysbert Japicx (1603-1666)
Gysbert Japicx werd in 1603 in Bolsward geboren en stierf daar in 1666. Hij is de bekendste Friese renaissanceschrijver. Hij is één van de historische onderwerpen in de Canon van Friesland. Gysberts achternaam kent drie schrijfwijzen: Japiks, Japix en Japicx. De schrijfwijze Japicx komt van de ondertekening die Gysbert gebruikte in brieven aan zijn vriend Simon Abbes Gabbema. Deze zijn opgenomen in de Rymlerye-edities van 1681 en 1684.

Gysbert was gedurende zijn werkzame leven schoolmeester in Witmarsum van 1625 tot 1635. Later, en tot aan zijn dood, was hij stadsschoolmeester en voorzanger in Bolsward. In 1640 verscheen van zijn hand het boek Fryske Tsjerne, met speelse verhaaltjes en gedichten. Japicx’ volledige werk is pas na zijn dood uitgegeven door zijn vriend Simon Gabbema. Dit werk verscheen in 1668 onder de titel Friesche Rymlerye (Fries dichtwerk).

Het werk van Japicx valt in drie delen uiteen:

  • Leafde en boartlike mingeldeuntsjes (‘Liefde en speelse versjes’), waarin opgenomen de Fryske Tsjerne
  • Gemiene of hûsmanne petear (‘Gesprek van de gewone man of boer’)
  • Himelsk harplûd (‘Hemelse harpklank’)

Het eerste deel bevat volksaardige versjes en verhaaltjes, het tweede wat serieuzere tweegesprekken en een paar liederen, en het laatste Friese vertalingen van psalmen en andere geestelijke liederen. Verder is de briefwisseling tussen Japicx en Gabbema uitgegeven.

Gysbert Japicx moet al tijdens zijn leven nationale en internationale bekendheid hebben genoten. Hij onderhield contacten met Hollandse en Engelse schrijvers en geleerden. De Engelse geleerde Franciscus Junius heeft een tijdlang in Bolsward gewoond om van Japicx Fries te leren.

De bijzondere betekenis van Japicx werk ligt in het feit dat hij voor het eerst sinds het verdwijnen van het Fries als rechts- en bestuurstaal, rond 1580, de taal weer voor serieus werk gebruikt. Zijn schrijverij sluit qua stijl aan bij die van 17e-eeuwse Hollandse renaissanceschrijvers. De heersende opvatting in de literaire frisistiek is dat Japicx daarmee het Fries weer een plaats tussen de Europese cultuurtalen wilde geven. De taal en spelling van Japicx’ werk vormen de basis van de hedendaagse Friese schrijftaal, zoals die zich in de 19e en 20e eeuw heeft ontwikkeld.

Juist in de jaren dat hij schoolmeester was in Witmarsum, is het gebruik van de Friese schrijftaal begonnen. Aan de Gysbert Japiksweg in Witmarsum staat mede daarom een borstbeeld van hem.