Menno Simons

Gysbert Japicx

Pim Mulier

Menno Simons

In juni-juli-augustus 2018 is er de tentoonstelling Menno Simons Groen in het Groencentrum van Witmarsum. Bezoek de speciale website over deze tentoonstelling voor meer informatie.

Menno Simons (1496-1561)
1496 – Menno Simons wordt geboren in Witmarsum. Hij sterft op 31 januari 1561 in Bad Oldesloe. Tot zijn dood heeft hij, met gevaar voor eigen leven, de ‘Doperse Beweging’ verdedigd en geleid. Opstandige aanhangers inspireerde hij tot een vreedzamer leven. Met recht kunnen we hem een belangrijk kerkhervormer noemen. Een deel van de leden van de beweging noemt zich Mennoniet of ‘Menist’. In Nederland spreken we van Doopsgezinden.

1524 – Menno wordt, na zijn inwijding tot katholiek priester te Utrecht, aangesteld als kapelaan in Pingjum.

1532 – In dit jaar volgt zijn promotie tot pastoor in Witmarsum. Hij verdiept zich in de bijbel, is kritisch, sympathiseert met Luther maar voelt zich ook steeds meer aangetrokken tot de ‘Doperse Beweging’. Deze stroming vindt zijn oorsprong in Zwitserland en pleit voor scheiding van kerk en staat, wijst de kinderdoop af en streeft naar een vreedzame samenleving.

Als katholiek priester is Menno het niet altijd eens met de bijbeluitleg en de praktijk van de Kerk van Rome. Hij laat dit doorschemeren in zijn preken. Maar ook heeft hij moeite met het optreden van de Dopers in zijn omgeving. Vol vuur pleit hij tegen de gewelddadigheden van deze beweging, zoals in Münster. Hij twijfelt enorm en weet niet meer welke kant hij op moet met zijn geloof.

Voor de interpretatie van de bijbel, maakt Menno ook gebruik van aantekeningen die Erasmus hierbij heeft gemaakt. Erasmus nam de Griekse bijbel als uitgangspunt voor een nieuwe vertaling in het Latijn én in het Nederlands. Menno heeft zich laten inspireren door de opmerkingen die Erasmus in de kantlijn bij zijn vertaling heeft gezet. Zo hebben mennonieten en humanisten allebei geput uit het gedachtegoed van Erasmus.

1536 – Uiteindelijk stapt hij uit het ambt, keert Rome de rug toe en sluit zich door herdoop aan bij de ‘Doperse Beweging’. Het bloedig ingrijpen door de Stadhouder op de doperse opstanden bij Tzum en Bolsward en daaropvolgend het onthoofden van een van zijn doperse vrienden te Leeuwarden, is van grote invloed op deze stap.

Menno heeft een missie. Hij wil de Doperse beweging weer op het juiste spoor brengen. Een lastige taak, omdat hij door zijn herdoop wordt vervolgd als ketter door de katholieken. Hij duikt onder in de omgeving van Groningen en vat daar zijn opvattingen over het geloof samen in het ‘Fundamentboek’. Dit wordt een belangrijk document voor de Dopers. Daarna is Menno constant op de vlucht. Al reizend blijft hij de gemeenten organiseren en inspireren. Hij wijst leidslieden aan en steunt zijn geloofsgenoten mondeling of schriftelijk. Regelmatig wordt hij uitgedaagd om zijn geloof in openbare debatten te verdedigen. Uiteindelijk wordt hem in Noord Duitsland, bij Bad Oldesloe, veilig onderdak verleend. Hij krijgt de beschikking over een eigen drukkerij. Hij vindt er rust, werkt hard en blijft er wonen tot zijn dood in 1561 op 65-jarige leeftijd. Op de plaats waar hij ligt begraven, staat een kleine gedenksteen. In zijn geboortedorp Witmarsum, is ter nagedachtenis aan hem in 1879 een monument opgericht.

Op dit moment leven er ongeveer 1,5 miljoen doopsgezinden of mennonieten verspreid over alle werelddelen.