Pim Mulier (1865-1954)
Willem Johan Herman (Pim) Mulier werd op 10 maart 1865 in Witmarsum geboren op de adellijke stins Aylva State. Hij wordt gezien als één van de grondleggers van de moderne sport in Nederland.
Pims vader, Tjepke Mulier (spreek uit muuljee) was één van de laatste grietmannen (regenten) in de provincie Friesland. In 1867 verhuisde de familie Mulier naar Haarlem.
Reeds op jonge leeftijd was Pim Mulier gefascineerd door sport. In Noordwijk en Oostende kwam hij in aanraking met het Engelse football. Vanaf dat ogenblik had hij nog maar één doel voor ogen: de strijd tegen het vooroordeel en de kortzichtigheid van de mensen in Nederland. Hij zag sport als hét middel voor een goede ontwikkeling van lichaam en karakter. Hij pakte de zaken groots aan, waarbij hij zich niet beperkte tot een voorkeur voor één tak van sport. In 1878 organiseerde hij, op het landgoed Rooswijck te Velsen, de eerste Nederlandse atletiekwedstrijden. Het programma bestond uit twee nummers: de korte afstand (100 m sprint) en de lange afstand (2 km veldloop). Pim Mulier won beide afstanden.
In zijn woonplaats Haarlem leerde hij zijn vrienden de regels van het football en richtte, op veertienjarige leeftijd de eerste Nederlandse footballclub op, de Haarlemse Football Club (HFC, nu Koninklijke HFC). Aanvankelijk speelde men volgens de rugby-regels van het spel.
Tijdens zijn studie in Engeland, na de oprichting van HFC, maakte hij kennis met sporten als hockey, bandy en tennis en rustte niet voordat ook die takken van sport in Nederland werden beoefend. Bandy (een soort ijshockey met een hockeystick en een bal) was zijn favoriete sport. In 1884 richtte hij te Haarlem de eerste Nederlandse tennisclub op, de Haarlemse Lawn-TennisClub. Ook werd dankzij hem op een bevroren vijver de eerste bandy-wedstrijd gespeeld. Uit dat bandy kwam het veldhockey voort. Tijdens zijn studietijd in Lübeck bleef hij zich met sport bezighouden. In 1886 organiseerde hij de eerste voetbalwedstrijd binnen de Duitse landsgrenzen. Daarna studeerde hij in Zweden, waar hij bij de Lappen leerde skiën en jagen. Hij verbeterde zelfs een paar van hun beste skitijden.
Teruggekeerd in Nederland wijdde hij zich volledig aan atletiek. Nog in 1886 werd hij Nederlands kampioen op de 350 meter en twee jaar later won hij de mijl te Oostende. Ook op papier propageerde hij de sport. Als journalist gaf hij kracht en vaart aan het in 1888 opgerichte tijdschrift Het Sportblad. In 1890 reed hij op de schaats langs elf Friese steden. Zijn notities daarvan zijn de grondslag geweest voor de organisatie van de officiële Elfstedentochten. Mulier zorgde er in 1909 voor dat de Elfstedentocht een echte georganiseerde wedstrijd werd. Het kruisje, dat deelnemers van de Elfstedentocht nu nog krijgen, is door Mulier ontworpen.
Op 8 december 1889 nam hij het initiatief tot oprichting van de Nederlandse Voetbal- en Atletiekbond, waarvan Mulier de eerste voorzitter werd. Toen beide takken van sport zich gingen ontwikkelen splitste hij in 1896 deze bond in een aparte voetbalbond en de atletiekbond. Hij speelde tevens een grote rol bij de oprichting van het Nederlandsch Olympisch Comité in 1912.
Behalve als sportpionier stond hij ook bekend als een deskundige kunstverzamelaar, als bekwame tekenaar, binnenhuisarchitect, schilder, illustrator, journalist, talenkenner en expert op het gebied van de binnenvisserij. Het belang van zijn werk en de waardering daarvoor blijkt wel uit de talrijke onderscheidingen, hem toegekend door regeringen, organisaties en verenigingen. Hij was Officier in de Orde van Oranje-Nassau, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en ontving in 1951 de Zilveren Anjer van het Prins Bernhard Fonds. Hij was voorzitter van de Voetbalbond, de Atletiekbond (later KNAU en vervolgens Atletiekunie) en van de eerste Nederlandse voetbalclub, HFC. Verder erelid van het NOC, de Kaatsbond, de Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding, de Hockeybond, de IJshockeybond, de Zweedse voetbalbond, de Belgische voetbalbond en de Friese Elfstedenvereniging. Hij droeg verschillende buitenlandse onderscheidingen en werd op 28 juni 1950 benoemd tot ereburger van de gemeente Wonseradeel.
Pim Mulier overleed op 12 april 1954 op 89-jarige leeftijd in Den Haag, waar hij op 15 april werd begraven op de Algemene Begraafplaats. Hij was een praktisch ingestelde man. Hij mocht, volgens eigen woorden, graag iets in elkaar timmeren. En wanneer alles voor elkaar was, liet hij de zaken aan andere mensen over. Op deze wijze deed hij baanbrekend werk voor verschillende takken van sport – de sport, die Mulier altijd heeft gezien als een middel tot een goede ontwikkeling van lichaam en karakter en een edele vorm van vrijetijdsbesteding.